Zet je zinnen op minnen en wees ...bevallig, beminnelijk, charmant, zachtaardig, gracieus, hups, lieflijk, minzaam, coquette en lieftallig!
woensdag 29 september 2010
The Secret!
maandag 27 september 2010
The Little Dictionairy of Dior: D
Schubert- mannenkoorjuwelen
Franz Schubert werd geboren in een buitenwijk van Wenen, tegenwoordig Wien-Alsergrund, als zoon van een onderwijzer, die het met de zorg voor negentien kinderen uit twee huwelijken niet breed had. Toen hij acht jaar was begon zijn vader hem vioollessen te geven en zond hij de kleine Franz voor zanglessen naar Michael Holzer. In de familiekroniek, die hij nog tot enige uren voor zijn dood had bijgehouden, schreef de vader van Schubert, dat Holzer hem meermalen met tranen in de ogen had verzekerd, dat hij nog nooit zo'n leerling had gehad: 'Wanneer ik hem iets nieuws wilde bijbrengen, wist hij het al'.
Franz zong zo mooi, dat hij werd aangenomen als 'Sängerknabe' bij de Weense hofkapel. Hier kreeg hij onder meer les in harmonie van Salirie, die daar hofkapelmeester was. Ook nadat hij inmiddels de baard in de keel had gekregen en het internaat verliet, waar hij overigens wel had mogen blijven, heeft Salieri Franz nog jarenlang kosteloos les gegeven. Om de militaire dienst te ontlopen, werd hij hulponderwijzer aan de school van zijn vader.
vrijdag 24 september 2010
Uit de bladen van nu.........
Weekend Recept: laagjesyoghurt
woensdag 22 september 2010
Marjo'Lein
Al vanaf dat mijn moeder deze blog begon vraagt ze me of ik er misschien ook een stukje voor zou willen schrijven. Over literatuur of film, omdat ik daarover leer op school, of over fotografie, omdat ik het altijd leuk vind om oude en mooie foto's op internet te zoeken. Maar, al vanaf dat ik me kan herinneren is mijn moeder bezig met tweedehands en vintage kleding en spullen. Daarom lijkt het me alleen maar logisch om het stukje over mijn moeder zelf te schrijven.
Mijn moeders grootste passie is kleding. En dan vooral het opzoeken en combineren ervan. Het gebeurt allemaal in haar hoofd, 'dit past precies bij die tas die ik thuis heb en dan zoek ik alleen nog een sjaaltje..' (je begrijpt dat de zoektocht pas stopt als het sjaaltje ook daadwerkelijk gevonden is, de reden waarom ze maar beter alleen naar de stad kan gaan..).
Daarna komen waarschijnlijk rommelmarktjes en kringloopwinkels. Als je haar blij wil maken, neem haar dan mee hier naartoe. Hoe ze het doet weet niemand (waarschijnlijk mbv haar gave overal brood in te zien), maar ze komt altijd thuis met de mooiste dingen. Vooral dingen voor in huis, die er na al die jaren natuurlijk al lang niet meer bij passen.
Maar daar blijft het natuurlijk niet bij. Ze houdt ook nog van sieraden, parfums, handwerken, films kijken, boeken lezen, muziek luisteren, kleding maken, steden bezoeken, weekendjes weggaan, dingen met ons gezin doen.. etc etc. Niet zo heel gek dat ze altijd vindt dat ze te weinig tijd heeft..
Ik denk wel eens dat mijn moeder in het verkeerde tijdperk is geboren. Beter was het geweest als ze zich net zo kon aankleden als Marie Antoinette en daar dan niet vreemd op werd aangekeken. Want dat is denk ik haar grootste probleem (en de aanleiding van deze blog). Hoe kan ze al die dingen die ze zo leuk vindt inpassen in het leven van nu, waarin less more is? Het lijkt zo makkelijk; 'iedereen draagt toch gewoon wat 'ie zelf wil?', maar dat is het meestal niet. Je kunt natuurlijk aandoen wat je zelf wil, maar onze maatschappij legt toch grenzen op. Als je een representatieve functie hebt in een groot bedrijf bijvoorbeeld, of als je de twintig gepasseerd bent.
Maar, ookal vindt ze het zelfs soms lastig, ik vind dat ze haar eigen stijl altijd precies goed combineert met de standaardnorm. Basisstukken gecombineerd met aparte vintage accesoires, tassen en schoenen, leuk toch? En de dingen die ze uiteindelijk toch een beetje 'too much' vindt of niet meer geschikt voor haar leeftijd, die neem ik natuurlijk graag over!
-Daphne
dinsdag 21 september 2010
Vintage'Lein accesoire
zaterdag 18 september 2010
Sleutels als sieraad
Antieke sleutels en geschiedenis
(bron:google)
Op dit moment kom je ze vrijwel in elke sieradenwinkel tegen. De ouderwetse huissleutel, maar dan als sieraad.
Ik kwam meteen op het idee een eigen ketting te maken. Vanochtend heb ik bij Blaak op de rommelmarkt een hele zak mooie oude sleutels gekocht, maar ook muntjes, hangertjes, lintjes, kantjes enz...
Ik werd natuurlijk wel nieuwsgering naar de geschiedenis van de sleutels en sloten. Heb daar meteen wat over opgezocht op Google. Dit wil ik graag met jullie delen. Zie onderstaand bericht.
SLEUTELS EN SLOTEN UIT DE VROEGE EN HOGE MIDDELEEUWEN
De vroege middeleeuwen zijn een duistere periode. Uit de Nederlanden, met uitzondering van Wallonië, verdween de Romeinse invloed ook op sluitgebied. In Gallië, het latere Frankrijk, kon de Romeinse cultuur en taal grotendeels standhouden, wat voor de latere evolutie van twee belangrijke slottypes, het schootgrendel- en schootveerslot van doorslaggevend belang was.
Sleutel uit de Merovingische (Clovis) en Karolingische (Karel de Grote) periode zijn zeldzaam.
De Merovingische en Karolingische sleutels zijn versierd met geometrische motieven, vaak met christelijke invloeden. In tegenstelling tot de toestand in Europa bleef het gebruik van sleutels en
sloten in het Oost-Romeinse Rijk, gedurende de vroege en hoge middeleeuwen de gewoonste zaak. De Byzantijnse hefschuifsloten werden er geleidelijk vervangen door sloten met een draaimechanisme.
DE ROMAANSE PERIODE
De Romaanse periode is heel sterk doordrongen van de geest van het christendom. De rijke kloostercultuur speelt er een doorslaggevende rol. In deze periode worden de abdijen eilanden van intellectuele ontwikkeling en handenarbeid.
Vermeldenswaardig is de “Hefsleutel” ook wel eens “Clé a la capucine” genoemd. In de kloosters had de abt één sleutel waarmee hij alle lokalen kon betreden. Dit is uiteraard de voorloper van het “Centraal hoofdsleutelsysteem” welke vandaag de dag wordt toegepast. We bemerken een sterke toename van het gebruik van sleutels. Deze werden door de smid uit een stuk op het aambeeld vervaardigd. In de Germaanse gebieden ontwikkelde zich in deze periode het schootveerslot of dagslot. In de Romaanse gebieden bleef vanuit de Romeinse traditie het schootgrendelslot of nachtslot in gebruik. Door de toenemende handelsactiviteit en de daarmee gepaard gaande bouwwoede krijgen we beter en doeltreffender sluitwerk en een gevarieerder aanbod, vooral van vaste sloten op gebouwen en meubilair.
DE GOTISCHE PERIODE
De nieuwe rijkdom en de economische welvaart van de rijke burgers stimuleren een bijzonder gevarieerde kunstproductie in deze stedelijke cultuur. De Gotiek vertegenwoordigt een hoogtepunt in de slotsmeedkunst. De “kerk” blijft uiteraard een prominente rol spelen zoals blijkt uit de bouwkunst, de beeldhouwkunst en de schilderkunst uit die tijd. Niettemin is de Gotische periode er een van een maatschappij in evolutie. Anders dan de Romaanse stijl beperkte de Gotiek zich niet alleen tot de kerkelijke architectuur, er heerste een bloeiende burgerlijke bouwkunst. De vrijmetselaars(metsers, bouwvakkers) trokken van stad tot stad waardoor ook de kennis van sleutel en slot van stad tot stad werd overgedragen. In de Gotische periode zijn de sleutels en sloten meer verfijnd door gebruik van vijlen en versiertechnieken zoals graveren en doorboren.
DE RENAISSANCE
De Renaissance spiegelt zich aan de stijl uit de antieke Griekse en Romeinse oudheid en streeft naar orde en stabiliteit in de maatschappij. Het duurdere sluitwerk gaat er evolueren naar het schootgrendelslot met veer, het ideale dag- en nachtslot op één grendel. Dit slotprincipe is vandaag de dag nog steeds in gebruik. In de Renaissance bereiken de sloten een zeldzaam hoogtepunt wat de versiering betreft. Grieks-Romeinse motieven sieren de voorzijde van belangrijke sloten. De sloten blijven tot en met de eerste helft van de 17de eeuw een belangrijk deel uitmaken van het architecturale geheel.
In deze periode ontstaat ook het letter- of cijferslot. Een sluitsysteem dat tot op vandaag vooral op fietssloten in gebruik is. Onze bijzondere aandacht vragen de prachtige lantaarnsleutels die de spitstechnologie van de slotenmakerkunst vertegenwoordigen. “De Meester slotenmaker” verenigt in zich een drietal belangrijke kenmerken met name: materiaalkennis, technisch inzicht en een flinke portie handvaardigheid.“ Vrijmeester” werd men pas na minstens vier jaar dienst als leerknaap. Het afleggen van een meesterproef, waarmee de kandidaat “Vrijmeester” bewees dat hij het vak grondig beheerste, liet hem toe zijn eigen werkhuis en winkel
te openen. De meesterslotenmakers waren verenigd in het smedenambacht dat de kwaliteit van de producten en de concurrentie scherp in de gaten hield. Vanaf deze periode kunnen we duidelijk nationale stijlen onderscheiden bij de hoogversierde sleutels. We onderscheiden sleutels uit de Venitiaanse, Franse, Spaanse en Duitse gebieden. Stuk voor stuk hoogstandjes van kunstsmeedwerk. Ook merkwaardig voor de Renaissance periode zijn de stoere sleutels voor samengestelde schootveersloten die vooral van toepassing waren op zware koffers.
DE BAROK EN ROCOCO PERIODE
Uit de Renaissance groeide een nieuwe kunstrichting, namelijk de barok. Daar waar de Renaissance streefde naar orde en stabiliteit, streefde de Barok naar het grootse en het weelderige. Zowel de Barokke childerijen, de beeldhouwwerken als de gebouwen laten een overweldigende indruk na. De Rococo is de laatste fase in de ontwikkeling van de Barok. Barok en Rococo zijn beiden gekenmerkt door beweging, levendigheid en verbeelding. Rococo onderscheidt zich van de Barok door de speelsheid, de lichtheid en de tederheid van zijn kunstcreaties. De Franse cultuur en sloten krijgen in onze streken de bovenhand. Zeer merkwaardig uit deze periode zijn de kamerheersleutels en de Engelse sleutels.
SLEUTELS EN SLOTEN UIT DE 19DE EN 20STE EEUWVAN AMBACHT NAAR INDUSTIE
Op het einde van de 18de eeuw komt de “sluittechniek” in een ware stroomversnelling terecht, dit onder invloed van de industrialisatie en het kapitalisme dat daarmee gepaard gaat. Het teloorgaan van de sterk op protectionisme gerichte ambachten had een gunstige invloed op de technische evolutie van sleutel en slot. Het respect voor traditie en sierlijke vormen moest plaats maken voor veiligheid en zakelijkheid. Langzaam maar zeker werden de ambachtelijke bedrijven verdrongen door de industriële. De industrieën in Engeland en in de Verenigde Staten namen het voortouw. Snel werden een reeks belangrijke patenten afgeleverd:
• Bramah (Engels machinebouwer) vond het pompslot uit dat tot op heden bij heel wat brandkasten in gebruik blijft. • Chubb bracht het klavierslot op de markt. • Linius Yale vond in 1848 het cilinderslot uit. Het alom gebruikte cilinderslot gaat in essentie terug naar de vroegste Egyptische houten hefsloten. De ingebrachte sleutel brengt bij beiden een aantal pinnen op één lijn en bevrijdt zo de schoot uit haar gesloten stand. Iedereen kent de evolutie van sleutels en sloten tot op heden, de toekomst is voorspelbaar. Sinds enkele jaren deed de elektronica met codes en plastiekkaarten haar intrede en zal ze met rasse schreden de mechanisch geactiveerde sloten verdringen.
We staan er niet meer ver vanaf dat men door gebruik van eigen stemgeluid de deur zal kunnen openen. Dit zou meteen het einde kunnen betekenen van een sleuteltijdperk dat ruimvierduizend jaar standhield.
DE SLOTENINDUSTRIE IN WEST-VLAANDEREN
De NV Litto met als oorspronkelijke naam “Ferronnerie et Fonderie du Littoral” werd gesticht op 24 februari 1924 door Maurice Braet. Dankzij de opeenvolgende kapitaalsverhogingen en de inbreng van enkele belangrijke ijzerhandelaars – aandeelhouders werden er vaste afzetgebieden in het binnenland verzekerd. Ook in het buitenland werden hoge exportcijfers gerealiseerd (vertegenwoordigde 50% van de productie) Na de tweede wereldoorlog verminderde de export maar werd de binnenlandse vraag groter. Het bedrijf specialiseerde zich vanaf de vijftiger jaren in hoogwaardige kwaliteitsproducten, veiligheidscilinders en hoofdsleutelsystemen.
Met de epoxybehandeling van de deursloten was Litto eind van de jaren zeventig de eerste om dit procédé toe te passen. De negentiger jaren betekenden een keerpunt voor de NV Litto. In volle periode van fusies en overnames wordt Litto respectievelijk overgenomen door de Franse Holding Poliet en amper zes jaar later door het Scandinavisch concern Assa(zweeds)-Abloy(Fins). Assa-Abloy is wereldleider in de slotenindustrie en omvat wereldwijd 125 ondernemingen met een totaal van 24.000 werknemers. Deze holding waarborgt dan ook de continuïteit van ons West-Vlaams bedrijf. De NV Litto kan rekenen op de technologische kennis van alle bedrijven welke deel uitmaken van de groep. Het devies van de NV Litto luidt:
“ Het produceren van hoogwaardige sluitsystemen welke de volgende vier eigenschappen hoog in het vaandel dragen: Safety (veilig tegen inbraak), Security (veilig voor de bewoner bij het openen van binnenuit), Comfort en Design."
Weekend Recept: Cup Cakes
- Cupcake beslag:
- 110 gram margarine
- 90 gram suiker
- 2 eieren
- 55 ml melk
- ½ eetlepel vanille-essence
- 225 gram bloem
- ¾ eetlepel bakpoeder
woensdag 15 september 2010
Film: The Curious Case of Benjamin Button
maandag 13 september 2010
De Doelen, Burgerzaal en Joseph Haydn
vrijdag 10 september 2010
Weekend Recept
Belts! From the little dictionary of Dior
maandag 6 september 2010
Baby
zondag 5 september 2010
Vintage'Lein drankje: Remy Martin
Email: info@debontekoe.nl
Tel.: 010 - 473 27 51